19
mrt-2016

Ooit een pagoda op een 1200 meter hoge vulkaan gezien?

Myanmar (Birma)   /  
Tempels Bagan

De busrit van Inle Lake naar Mandalay duurt bijna de hele dag. We worden ’s ochtends na het ontbijt om 08:30 opgehaald en zijn om 18:15 in Mandalay. Als we de eerste wijken van Mandalay binnen rijden worden we overspoeld door indrukken van simpele huisjes, onverharde wegen en mensen – heel, heel veel mensen. De bus probeert ons bij onze accommodatie te krijgen, maar dat kost nog aardig wat tijd in de wirwar van straten. Met onze GPS in de hand kunnen we de chauffeur uiteindelijk de juiste weg op sturen. We slapen namelijk niet bij een standaard, bekend hotel of guesthouse; vanuit Nederland heb ik via Airbnb een homestay geboekt bij een familie die een kleine internationale school en crèche aan huis heeft. We mogen er gebruik maken van de keuken, Noa van het speelgoed en hij kan spelen met de kindjes, een win-win situatie voor ons allen. We worden enorm vriendelijk ontvangen en voelen ons erg welkom in het grote huis van Panda, Tim en hun drie kinderen. We hebben vanuit hun huis een heerlijke basis om de enorme stad met zijn 1 miljoen inwoners te verkennen.
De eerste avond lopen we naar een restaurantje in de buurt en ik wordt bijna gek van de mensenmassa, motoren, en auto’s op straat. De negentiende straat (de stad is ooit ingedeeld door de Britten die een “grid system” geïntroduceerd hebben), de dwarsstraat van waar wij blijven krioelt met mensen en ’s avonds helemaal. Zoveel mensen zie je in Nederland alleen op Koningsdag bij elkaar, als we terug thuis komen ben ik dood en doodmoe, ’s nachts tolt het nog in mijn hoofd van alle mensen en indrukken.

Bloedheet Mandalay

We proberen de volgende dag een stuk te lopen naar het oude koninklijke paleis en verder, maar de hitte in Mandalay is overweldigend, we voelen ons snel niet lekker en gaan uitgebreid lunchen in een restaurant met airconditioning. ’s Middags nemen we een taxi maar alles in Mandalay ligt ver uit elkaar en de kosten lopen snel op. De volgende dag huren we toch maar een motor van ons gastgezin zodat we meer kunnen zien en tegen de benzine prijzen van 2700 Kyat, ofwel 2 euro per gallon (in een motortank gaat maar 3 liter) een koopje.
Gelukkig is Michiel een ervaren motorrijder, want het verkeer is hectisch – om je rijbewijs te halen in Myanmar krijg je aangeleerd niet te kijken maar te toeteren als je aan een speciale verrichting begint, of als je een hoek omslaat. Doodeng, er kan continue verkeer van alle kanten komen.
De volgende dagen rijden we naar U Bein bridge (een 1200 meter lange teakhouten brug) waar duizenden mensen tegelijkertijd op lopen. Best wel eng want de vlonders liggen voor een groot gedeelte los en bijna de hele brug is zonder railing, maar ook bijzonder en erg mooi. Een andere dag bezoeken we Inwa, een streek met allerlei oude pagoda’s, een paleis, uitkijktorens en ook een klooster dat nog in gebruik is. De sfeer buiten de stad veranderd meteen in die magische rust die we rond Inle lake hebben ervaren en we genieten met volle teugen.

Monnik bij teak klooster Inwa

Monnik bij teak klooster Inwa

Ubein bridge

U Bein bridge

Mannen aan het werk in rijstvelden

Mannen aan het werk in rijstvelden

Water, water, water

Binnen de stad zoeken we de koelte op, een dagje bij een zwembad van een luxe hotel en een andere dag bij een kinderzwemparadijs/kermis. Bij dat laatste waren wij zelf de attractie want zowel mannen als vrouwen zwemmen hier in publiek helemaal gekleed. Wij in zwembroek en bikini plus een blond klein jongetje als Noa, dat hadden ze nog nooit gezien. Na het zwemmen gaan Michiel en Noa nog even in de botsautootjes.
We koken de eerste paar dagen onder toeziend oog van de keukenhulpen van het gezin. Een van de hulpen is een oude bejaarde dame die Bibi heet, en die vind het maar niks dat ik zelf de afwas doe na het koken. Op dag twee verteld ze mij in het Myanmar’s en met handen en voeten dat dat haar werk is en ik het niet nog een keer in mijn hoofd moet halen om de afwas te doen. Ok, ok, het voelt zo onnatuurlijk om je rotzooi te laten staan maar ik heb haar echt op haar tenen getrapt, ik zal niet meer de afwas doen.
We willen meer van de Myanmar keuken uitproberen, waaronder een typisch Myanmar’s fenomeen – een biertuin, ofwel een grote overdekte cementen vloer met veel tafels en stoelen waar het lokale bier van de tap wordt geschonken en je naast barbecue vlees ook van een menu allerlei gerechten kan bestellen (zonder prijzen, even wennen). Eén van de grotere biertuinen in de negentiende straat ziet er soort van gezellig uit en ’s middags drinken we er een biertje. De meeste biertuinen zijn letterlijk mannen terrein, maar zo vroeg op de middag domineert de vrouwelijke bediening er en voel ik me prima op mijn gemak. De bediening heeft het nog niet heel druk en is meteen helemaal gek op Noa, binnen een paar minuten zien we hem van de ene paar armen naar de anderen gaan terwijl we hem vrolijk horen lachen en hij handenvol pinda’s krijgt.
De volgende avond gaan we er ook naar toe voor avondeten, en ondanks dat er nu zo’n honderdvijftig mannen zitten worden we warm onthaald door de bediening. Ik voel ik me er ondanks de testosteron in de lucht prima op mijn gemak en wordt Noa zowel door de bediening als door alle gasten geëntertaind. Als het eten op tafel staat en Noa geen zin heeft om te eten, wordt hij onder toeziend oog van velen gecoacht, en lepels vol met zijn eten door zijn twee favorieten dames naar binnen gewerkt. Alles is hier een ervaring.

Tempels, tempels, tempels

Van Mandalay reizen we met de bus naar Bagan. Een bizarre omgeving met duizenden oude tempels uit de 11e tot de 13e eeuw – 230 jaar lang werd er elke 2 weken een nieuwe tempel in een gebied zo groot als de binnenstad van Utrecht gebouwd. We huren fietsen om met Noa onafhankelijk te zijn en te kunnen stoppen waar we willen. Prinsheerlijk zit hij voorop op zijn zadeltje.
We proberen van plaatjes op het internet en omschrijvingen van reisgidsen een wensenlijstje samen te stellen van de meest imposante tempels en diegenen met de mooiste muurschilderingen. We bezoeken uiteindelijk 12 van de duizenden tempels, een aantal hele kleine maar ook een aantal grote. Wat mij het meest bijblijft is dat de grotere tempels nog dagelijkse door honderden pelgrims bezocht worden, en we overal even welkom zijn om mee te kijken in hun rituelen. Op de laatste dag bezoeken we vlak voor zonsondergang een tempel die helemaal gerestaureerd is. Via allerlei zandpaden komen mensen ter fiets, auto, paard en wagen, ossenkarren en grote trucks vol naar de tempel. Bij de poort van de tempel staan tientallen verkopers van drankjes, souvenirs, kleding en vers eten. Pas als we bij binnenkomst een hoek omslaan in de richting van één van de gangen naast een gigantisch Boeddha, begint de mensenmassa minder te worden.
We lopen stilletjes op onze blote voeten met de pelgrims mee terwijl ze bij ieder Boeddha beeld stil staan om hem te eren. Bij de kleinere beelden steken mensen kaarsen aan wat zorgt voor een nog bijzondere sfeer, en zo nu en dan licht geeft aan de wakker wordende vleermuizen die in de hoge gangen aan het plafond hangen. Hier en daar zijn openingen in de dikke tempelmuren die een glimp geven van het rode zand buiten en de anderen tempels, maar mijn aandacht wordt meteen weer naar de gang getrokken. Door het tegenlicht lijken de pelgrims meer schimmen dan mensen en krijg ik rillingen over mijn rug als ik op de achtergrond zachtjes monniken hoor zingen/chanten. Het is net alsof we in een tijdmachine honderden jaren terug gegaan zijn in de tijd. Op zulke serene plekken kom je niet vaak in een mensenleven.
Ter afwisseling van de tempels gaan we op mijn verjaardag naar Mount Popa, een klooster 1200 meter hoog op een vulkaan, een lange klim samen met honderden pelgrims. Onderweg naar de vulkaan stopt onze gedeelde taxi ineens langs de kant van de weg. We mogen bij een boer kijken hoe hij en zijn gezin pinda olie maken met een houten molen en een stier die de molen voort beweegt. Noa wordt meteen uitgenodigd om op de molen te gaan zitten en hij twijfelt geen seconde. Er worden ook snoepjes gemaakt van palmsuiker en kokos, hmmmmm, coconut jaggery noemen ze het, een populair snoepje voor na het avondeten met een kopje groene thee. Een klein cadeautje voor mijn verjaardag, waarna ’s avonds een luxe diner volgt bij een cocktail bar/restaurant, zowel lekker als erg gezellig.

Noa maakt olie van pinda's met boer en stier

Noa maakt olie van pinda’s met boer en stier

Palmsuiker snoepjes maken

Palmsuiker snoepjes maken

Mount popa

Mount Popa

Een miljarden spookstad

We willen onze reis naar Yangon (de oude hoofdstad) opbreken met een stop in de nieuwe hoofdstad Nay Pyi Taw. Het militaire regime dat al jaren Myanmar met ijzeren hand regeert en zelfs na de democratische verkiezingen nog alles beslist doordat ze 51% van de macht hebben, heeft een aantal jaar geleden van de één op de andere dag de hoofdstad verhuisd naar het midden van het land. Wat niemand wist was dat ze in het geheim miljarden aan geld gepompt hadden in het bouwen van een superstad.
Als we vanaf het busstation ver buiten de stad een taxi nemen naar ons hotel realiseren we pas de afmetingen en hoe bizar deze stad is. We moeten 26 kilometer rijden naar de hotelzone en rijden over acht en later 16 baans snelwegen – die bijna helemaal leeg zijn, en het is een doodnormale middag midden in de week. Als we in de buurt komen van ons hotel zien we het ene na het andere prachtige gigantische hotel, maar nergens iemand te bekennen. Als de taxi ons afzet komt er meteen iemand de lobby uithollen maar als we de lobby inlopen komen we in een gigantische lege marmeren hal. De receptioniste verzuipt achter de prachtige, grote balie en ook als we naar boven kijken naar de tientallen verdiepingen zien we helemaal niemand. We hebben een prachtige, luxe kamer en gaan ons gauw omkleden om naar het zwembad te gaan, die, zoals je al kan raden, helemaal leeg is. Een kinderbad, groot bad en jacuzzi helemaal voor onszelf.
Ergens anders dan bij het hotel eten zit er niet in – het is 26 km heen, en 26 km terug naar de restaurant zone (waar óók niemand is), dus bestellen we lokaal eten van het menu in het hotel. We zitten in een leeg restaurant waar de lichten en airconditioning aangezet worden als we er gaan zitten.
Als we ’s avonds op de gang zitten terwijl Noa in de kamer in slaap valt worden we aangesproken door een oudere man. Hij wil weten waar we vandaan komen en knoopt later, na zijn eerste praatje, nog een praatje aan. Zijn vragen sturen al gauw naar een politiek zwaar kritisch gesprek terwijl hij angstvallig om zich heen kijkt of niemand met hem meeluistert. Zijn vrouw is het duidelijk niet eens met waar het gesprek heen gaat en vertrekt snel naar hun kamer. Hij vertelt ons dat de eigenaar van het hotel van het militaire regime is en dit hotel, net als alle anderen, alleen maar een bezit zijn. Een pronkstuk, terwijl er zelden of nooit gasten zijn. Kan je je voorstellen hoeveel het kost om zulke hotels, waar honderden gasten in kunnen slapen, week in week uit helemaal schoon en in goede staat te houden? We duizelen bij alles wat hij ons vertelt. Zijn Engels is niet vloeiend en omdat hij snel praat en angstig om zich heen blijft kijken is het pas later dat we zijn stukken verhaal een plekje kunnen geven. Hij vertelt over hoe dit dorp was voordat het militaire regime langs kwam, dat het een prachtige omgeving was met teak bossen die allemaal moesten wijken voor de hebzucht van een paar mensen. Hoe arm een groot gedeelte van de bevolking is terwijl een handvol zijn zakken vult. We zijn zo overrompeld dat we onbedoeld zo’n zwaar kritisch gesprek hebben dat we hem vergeten te vragen wie hij is en wat hij daar in het hotel doet.

Verkeer Nay Pyi Taw

Verkeer Nay Pyi Taw

De volgende dag groeit het ongemakkelijke spookstad gevoel met de nasmaak van het gesprek met de oudere man. We eten in een lege ontbijtzaal, worden opgehaald door een taxi om weer over de lege 16 baans wegen te rijden naar een grote dierentuin. Als voorstander van dierenwelzijn ga ik normaal niet naar dierentuinen, maar met weinig te doen in deze stad en de belofte van een grote speeltuin voor Noa gaan we toch.
We worden positief verrast, de dierentuin heeft gigantische verblijven en alle dieren zien er goed verzorgd uit en we zien zowaar een paar handenvol mensen. Maar terwijl we in de snikhete zon rondlopen (we zijn de enige die lopen, alle andere gasten worden in elektrische golfbuggies rondgereden), realiseren we ons wederom hoeveel geld er nodig is om deze dierentuin zo goed te runnen en waar dat geld vandaan komt.
Om het militaire regime niet nog meer bewust te spekken gaan we lunchen buiten de dierentuin in een lokaal restaurant. We hebben inmiddels veel kunnen proeven van de typisch Myanmarese middag en avondeten. Je krijgt een portie rijst, een kom bouillon of andere soep en de keuze uit vis, vlees of kip curry. Vervolgens wordt dit aangevuld met een groot bord met groente en kruiden, en bordjes met allerlei salades, bonen, vlees en andere gerechten. Sommige restaurants serveren er vijftal, maar we hebben ook een tafel met wel vijftien gerechten gehad. Op elke tafel staat een thermoskan met groene thee die bij je maaltijd hoort. Er zijn een aantal gerechtjes met bittere/aarde-achtige smaken waar we maar niet aan kunnen wennen. Maar de curries zijn altijd heerlijk en we herkennen steeds meer terugkomende gerechten.

Nijlpaarden bij Nay Phi Taw zoological gardens

Nijlpaarden bij Nay Phi Taw zoological gardens

Myanmar lunch

Myanmar lunch

Als we de volgende dag doorreizen naar Yangon zijn we erg opgelucht om deze levenloze stad achter ons te kunnen laten maar we zijn ook erg dankbaar dat we dit hebben mogen ervaren. Als toerist is het maar al te makkelijk om je hoofd in het zand te steken en te negeren dat de veranderingen die de verkiezingen te weeg zouden moeten brengen nog een lange weg te gaan hebben. We zijn ons nog meer bewust dat we willen dat ons geld bij de lokale bevolking terecht komt, en het verhaal te vertellen van de oudere man die zo’n risico nam door ons in vertrouwen te nemen. Wij zijn ons in ieder geval nog bewuster van dit tere, prachtige land waar we doorheen reizen en hoeveel goeds we de mensen toe wensen die we elke dag ontmoeten in de bus, in restaurants, bij pagoda’s of gewoon op straat.

0

 likes / 3 Comments
Share this post:
  1. Jeannette en jorgen /

    MoOi verhaal weer Marilyn. Inderdaad horen we maar weinig in Nederland over de omstandIgheden in MyanmAr. Door de vluchtelingenstroom in Europe is er nu wel meer aandacht voor de vluchteLingen van Myanmar naar Thailand, ook in gammele bootjes. Ik hoop dat Noa al deze Indrukken goed kan verwerken ?

  2. Doris de jonge /

    wat een contrast met onze wereld. Bedankt!Recentelijk geheel in beslag genomen door de aanslagen op Zaventem en de Brusselse metro
    Heb DINSDAG J.L. een staaroperatie (linkeroog) ondergaan, en nu maar druppelen, 4 weken lang. Kreeg een maand lang reisverslagen van mijn Bostonse neef Jaap vanaf Sumatra, was daar met broer Ernst, moeder, tante en omi geinterneerd IN EEN jappenkamp. Op zoek gegaan naar de restanten van de Pakan Baru spooRLijn. WAAR ZIJN VADER AAN HEFT GEWERKT . rEIST NU TERUG VIA hONKONG (ZOON & GEZIN). oP 22 APRLIL BEZOEKT HIJ MIJ WEER. vERHEUG ME ER NU AL OP (VOORAL OP DE FOTO’S). ontving TROUWENS INTUSSEM OOK AL 15 E-MAILS. wAT EEN UITVINDING.

  3. roding@gmail.com /

    @Doris de Jonge Ik heb je net een uitgebreide email gestuurd als reactie op je berichtje.

comment this post


Click on form to scroll

Archief

> <
Jan Feb Mar Apr May Jun Jul Aug Sep Oct Nov Dec