13
jun-2016

Afscheid van de Filippijnen en een overweldigend warm welkom in Sulawesi

Kinderen in de haven van Makassar

Van Port Barton reizen we met een minivan naar de hoofdstad van het eiland Palawan dat Puerto Princesca heet. Het klinkt luxe maar we komen er snel achter dat een lokale bus veel meer ruimte bied en gezelliger is. Op onze eerste reis naar de Filipijnen zijn we ook in Puerto Princesca geweest, het was toen een piepklein dorpje met een supermarkt en verder kleine winkeltjes die hun koopwaar koelde met koelboxen. We waren de enige blanke toeristen en werden overal hartelijk ontvangen, en hebben mooie herinneringen aan het dorp. Nu is het een grote stad geworden, er zijn kilometers en kilometers stad bij gekomen en we herkennen helemaal niks meer terug.
We nemen Noa mee naar een opvangcentrum voor zoet- en zoutwaterkrokodillen, een diersoort dat met uitsterven bedreigt wordt in de Filipijnen. Michiel en ik zijn hier ook al eerder geweest. Binnen is nog weinig veranderd, maar het prachtig uitzicht over de rijstvelden wat ik vijftien jaar geleden fotografeerde terwijl er een waterbuffel in de modder badderde is inmiddels volgebouwd en beplakt met reclame, jammer. De groei van de stad brengt ook zo zijn voordelen mee, er is een groot winkelcentrum met grote supermarkt waar we ingrediënten voor een barbecue (ons guesthouse heeft een barbecue die we mogen gebruiken) kopen en ook een blikje met brie vinden. We eten heerlijk op reis en missen eigenlijk niet veel qua eten, maar een toastje met een kaasje is wel heel fijn, we genieten er enorm van. Noa geniet evenveel van “oma kaasjes” ofwel stukjes La Vache Qui Ri die we in dezelfde supermarkt kopen. Een van de redenen dat we hier terug wilde komen is om ons visa te verlengen en gelukkig is dat binnen een half uurtje gebeurd zodat we alle nieuwe attracties die de stad te bieden heeft kunnen ontdekken. We gaan o.a. naar een vlindertuin en een bakkerij/pretpark. Een bakkerij die in zijn tuin allerlei levensgrote Disney figuren heeft staan, maar ook een grote speeltuin voor Noa. Een rare combinatie maar we hebben er veel lol.

Bewijs van goed gedrag Fillipijnen

Bewijs van goed gedrag Fillipijnen

Crocodile at Wildlife rescue centre Puerto Princesca

Crocodile at Wildlife rescue centre Puerto Princesca

Baker's Hill, Puerto Princesca

Baker’s Hill, Puerto Princesca

Honderden miljoenen sardientjes

Op onze vertrekdag worden we door het guesthouse afgezet op het vliegveld voor onze vlucht naar Cebu, een grote stad in het midden van de Filipijnen op het gelijknamige eiland. We blijven eerst een paar dagen in een appartement via Airbnb met keukentje en zwembad boven op het dak van het appartementencomplex. Voordat we doorreizen naar Moalboal, een klein dorpje aan de west-kust dat bekend staat als duik walhalla. Een aantal weken per jaar verblijven scholen van miljoenen sardientjes voor de kust van Moalboal en het moet een machtig gezicht zijn om die onderwater te zien zwemmen.
We hebben, weer via Airbnb, het huis van een Franse dame met kindje kunnen huren. Het huisje is maar vijftig meter van het strand, heeft een keuken en heel veel speelgoed van het dochtertje Rosie. We hebben buiten een groot terras, waar we ontbijten, lunchen en avondeten en veel van de dag doorbrengen. Elke ochtend komen de vrouwen van de vissers van het dorp emmers vis en garnalen langs brengen om te verkopen, of mango’s, bananen en papaya. We voelen ons helemaal thuis in het huis en het dorp ritme. De eerste keer dat we gaan snorkelen zwem ik naar het einde van het rif waar de koraalmuur begint, als ik naar beneden kijk zie ik een school met tienduizenden sardientjes. De vaste oppas van Rosie, een Filipijnse vrouw die Nomie heet, wil graag op Noa passen als wij gaan duiken. Ondanks flink protest van Noa als ze hem komt ophalen heeft hij het super naar zijn zin en komt hij terug met zelfgemaakte cadeautjes.
Tijdens het duiken komen we de scholen sardientjes weer tegen. Met het snorkelen zwem je boven de sardientjes, maar bij het duiken eronder. Het zijn zoveel sardientjes dat het helemaal donker wordt als de school over ons heen zwemt. En het duurt minuten en minuten voordat ze allemaal langs gezwommen zijn. Iedereen in ons duikgroepje hangt ademloos naar boven te kijken hoe het zonlicht weerkaatst op de zilveren visjes en de school zich opbreekt en weer moeiteloos samenvoegt om een soort grote wolk in het water te vormen.
Ter afwisseling op het snorkelen en duiken gaan we in een van de ochtenden naar een waterval in de buurt van Moalboal. Het azuurblauwe water is een plaatje en ontzettend koud, heerlijk om in te zwemmen. Als ik foto’s sta te maken met onze Nikon camera ruik ik ineens een hele vieze plastic lucht en daarna stopt de camera met werken. De lucht hangt door onze hele tas, en het blijkt dat de flitser is doorgebrand en de hele camera niks meer doet. Dat is balen, waarschijnlijk doordat onze onderwaterbehuizing een paar weken eerder is ondergelopen met zeewater.
Aan het eind van de dag gaan we met de bus terug naar Moalboal. De bus is vrijwel leeg en de chauffeur heeft er zin in, en rijdt met een onmogelijk tempo over de weg. Michiel ziet Moalboal komen en bijna meteen weer gaan, dus laat de bus stoppen en we stappen snel uit. In de haast om er uit te komen voor-ie weer doorrijdt vergeten we helaas onze draagzak voor Noa. Michiel rent nog achter de bus aan, maar geen kans.

Pech in viervoud

De laatste dagen in Moalboal zijn ook onze laatste dagen in de Filipijnen en heb ik een beachresort gereserveerd voor ons. Zo kunnen we nog even lekker in een zwembad zwemmen en ons mentaal voor bereiden op onze reis naar Indonesië wat een hoop cultuur en heel veel reizen zal gaan zijn. We maken nog een uitstapje naar een wit zandstrand in de buurt, maar er hangen donderwolken in de lucht en dat brengt een stroming landinwaarts en tienduizenden kwalletjes met zich mee.
We wachten een uur op het strand terwijl we door tientallen Fillipijnen bekeken en ondervraagd worden voordat de stroom aan kwalletjes minder wordt en we kunnen zwemmen. Op de ochtend van vertrek worden we met een tricycle naar de busstop in het dorp gebracht, waar de een na de andere bomvolle bus langs komt razen. Als er een bus stopt hebben we geen andere keuze dan mee te gaan en de drie uur durende busrit te staan. De rit gaat eerst slingerend langs de kust en vervolgens door de bergen. Heel toevallig staan we naast een Nederlander op de bus, waar we mee kletsen totdat we terug in Cebu aankomen.
Gelukkig ruim op tijd om nog langs een groot winkelcentrum te gaan om de verloren draagzak voor Noa te halen en rond te kijken of we een nieuwe fotocamera kunnen vinden. Voor de draagzak slagen we, maar de camera niet. Dan maar door naar het vliegveld om onze vlucht naar Kuala Lumpur te halen. We komen laat op de avond aan en vliegen de volgende dag begin van de middag. We willen onze kapotte camera inleveren bij een Nikon service centre, maar helaas gaat die pas laat op de ochtend open als wij al onderweg naar het vliegveld moeten zijn. Wel vinden we een nieuwe camera voor een erg aantrekkelijke prijs, om vervolgens met het uitproberen van onze eigen lens op de camera erachter te komen dat die tijdens de vlucht naar Kuala Lumpur in zo’n duizend stukjes is gebroken. Wat een pech zeg, in een paar weken is onze onderwaterbehuizing ondergelopen, waardoor de filters het niet meer doen, onze fotocamera kapot gegaan, zijn we Noa’s draagzak verloren en heeft Air Asia onze lens gebroken.
Als we zien dat de lens compleet aan diggelen is kopen we ook nog een nieuwe lens en zoeken snel een taxi om ons naar de bus te brengen die naar het vliegveld gaat. De bus doet er erg lang over daardoor we zo laat op het vliegveld zijn dat we letterlijk naar de gate moeten rennen om de vlucht nog te halen. Wat we dan niet weten is dat er nog zeven passagiers zijn die niet op zijn komen dagen bij de gate en de vlucht al vertraagd is omdat hun baggage van het vliegtuig afgehaald moet worden. Dus we zijn gelukkig nog op tijd.
We zijn naast nog een stel de enige Europeanen die naar de stad Makassar, op Sulawesi vliegen en we worden door iedereen op de vlucht bekeken en besproken. Tientallen mensen willen Noa even aanraken of weten hoe hij heet of hoe oud hij is. Noa is zich nog niet helemaal bewust van de aandacht en speelt de vlucht met een stickerboek en andere spelletjes.

Moalboal beach resort

Moalboal beach resort

Kapotte camera lens

Kapotte camera lens

White beach, Moalboal

White beach, Moalboal

Hello Mister, welcome to Sulawesi!

Eenmaal geland gaan we op zoek naar de Damri bus, een busmaatschappij die in veel Indonesische steden voor een habbekrats tussen het vliegveld en de stad rijd. Als we hem vinden zit de bus vol, en moeten we het uur naar de stad staan (met een te laag dak) met Noa in de nieuwe draagzak op mijn rug. Hij valt meteen in slaap en slaapt ook door als we uitstappen en met onze backpacks op de rug en Noa voorop de paar honderd meter naar ons hotel lopen.
We worden meteen ondergedompeld in de Indonesische vriendelijkheid, als we op de juiste weg even stil staan om te kijken of we links of rechts moeten lopen voor het goede huisnummer. Er komt een man op ons af om te helpen, niet veel later stopt er een taxi chauffeur en zoeken ze samen uit welke kant we op moeten. Zo vinden we een minuut later ons hotel, waar we enorm hartelijk worden ontvangen. De receptie zit vol met mensen en iedereen wil weten waar we vandaan komen en hoe oud Noa is. Belanda weten we in het Indonesisch te antwoorden, en tiga, drie jaar oud. We hebben een modern ingerichte airco kamer voor tien euro per nacht inclusief ontbijt van nasi, gebakken mie, Indonesische koffie en limonade. Michiel gaat gauw op straat wat eten halen voor avondeten, hij komt terug met een monsterportie nasi in een vloeipapier met kroepoek, sambal en komkommer, hmmmmmm we genieten van het heerlijke Indonesische eten.
De volgende dag gaan we Fort Rotterdam bekijken, een fort dat tientallen jaren beheerd is door de Nederlandse kolonisten. Als we het hotel uitstappen beginnen er auto’s te toeteren en gaan er raampjes naar beneden. Hey mister, welcome, hey mrs, hello, where are you from, soms beginnen mensen enthousiast te gillen of te schreeuwen, verbaasd dat er westerlingen op straat lopen. Overal komen er mensen op ons af, soms alleen om een high five te geven maar vaak om een praatje te maken. Hoe heet onze zoon, hoe oud is hij, waar komen we vandaan, zijn we al eens op Sulawesi geweest, hoe lang zijn we al op Sulawesi, waar gaan we allemaal naartoe?
We zijn blij als we in het fort aankomen en we even rust hebben. In het fort worden we, gek genoeg, in het Nederlands aangesproken door een gids, Rami, wiens vader bij de KNIL heeft gewerkt. We huren hem in, en hij leid ons uren door het fort en de kantoren er achter en verteld ons duizend en een verhalen over de bewoners van het fort, de Japanse bezetters, de huidige administratie, de gevangen die ooit in de kleine gevangenis hebben gewoond. En hij stelt ons voor aan de directeur, de administratie, en de bibliothecaris. Hij laat het hele fort tot leven komen, we hebben een fantastische ochtend en raden Rami warm aan.

Makassar vanuit de lucht

Makassar vanuit de lucht

Fort Rotterdam, Makassar

Fort Rotterdam, Makassar

Noa’s dag

De tweede dag proberen we weer een reparatie winkel te vinden voor onze kapotte camera, maar helaas zonder succes. Om Noa te belonen voor de saaie reisdagen en zoektochten naar reparatie winkels gaan we ’s middags naar Trans Studio’s, een groot overdekt pretpark in een winkelcentrum. Er zijn tientallen kermisritjes zoals een groot ronddraaiend rad, een achtbaan, botsauto’s, dansoptreden, een kinderspookhuis, en er is ook een wetenschappelijk museum waar we uren met Noa met allerlei experimenten spelen. Een aantal weken later heeft hij het er bijna elke ochtend nog over dat hij over de speeltuin heeft gedroomd.
Als het licht buiten zachter wordt gaan we naar de haven waar de vissermannen terug zijn van een dag op zee. Binnen een paar minuten beginnen er uit alle hoeken en gaten kinderen te naar ons toe. Noa vind het fantastisch en begint een liedje te zingen, neuriënd lopen alle kinderen achter Noa aan en het worden er met de minuut meer. Ook allerlei volwassen komen kijken wat er aan de hand is en er zijn vier fotograven die een wit jongetje met tientallen Indonesische kindjes om hem heen maar al te graag op de foto willen nemen. Noa begint hard te rennen en de kindjes vormen een soort cocoon om hem heen. Jammer genoeg gaat het mis als een kindje Noa aanraakt en alle kindjes in een soort kettingreactie hetzelfde willen doen. Ze knijpen, trekken aan ze haren, aaien – het zijn zoveel handen dat Noa in paniek raakt en hard begint te huilen en gillen.
Het duurt even voordat ik door de kindermassa heen breek om het te redden. Gelukkig heeft het weinig blijvende indruk op hem gemaakt want een minuut later wil hij weer met de kindjes spelen, maar het is nu zo’n grote en oncontroleerbare groep geworden dat we besluiten naar huis te gaan.

Trans studio, Makassar

Trans studio, Makassar

Noa speelt in de haven met Indonesische kindjes

Noa speelt in de haven met Indonesische kindjes

Het Toraja gebied lonkt

Makassar is een grote havenstad, we hadden verwacht er niet veel te kunnen doen. Maar als we na vier dagen nog maar een fractie hebben gezien hebben we bijna spijt dat we doorreizen. Totdat we denken aan onze hoofdbestemming op Sulawesi, Toraja, een gebied in de bergen waar de bevolking die al eeuwen in houten huizen met puntdaken woont en een van de meest bijzondere begrafenis tradities heeft waarbij tientallen buffels en varkens geslacht worden en de doden in rotsen begraven worden.
Op een van onze eerste reizen naar Indonesië kwamen we in het noorden van het eiland een Frans stel tegen dat zes weken van het zuiden naar het noorden gereisd had en vertelde over Toraja. Na hun verhalen, die van mijn eigen oma die het gebied ook bezocht, en een aantal documentaires te hebben gezien wisten we dat als we de tijd hadden, we ooit naar dit gebied wilde reizen. De wegen op het eiland zijn veelal in slechte staat en betekend dat je volle dagen reist van een dorp naar de volgende.
Van Makassar reizen we eerst naar Sengkang, een dorpje aan een groot meer waar de bevolking veelal in drijvende huizen woont. Op advies van de receptie bij ons hotel in Makassar nemen we eerst een taxi naar de straat waar kleine busjes (memo’s) stoppen die ons naar het grote busstation brengen. Eenmaal aangekomen bij het busstation komen er meerdere mannen op ons af dat er geen bussen zijn vandaag maar er wel een Kijang weg gaat, ofwel een model Toyota auto waar de chauffeur voorin, en op twee banken achterin zoveel mogelijk plekken verkoopt. We zien inderdaad geen bussen en de Kijang gaat na vijf minuten weg dus gaan we mee. We worden als een soort kermisattractie langs allerlei vrienden gereden, kijk ik heb westerlingen in mijn auto, denken we dat hij iedere keer zegt.
We halen onderweg nog zes passagiers op en rijden na de stad door de bergen langs beeldschone rijstvelden, jungle en watervallen richting Sengkang.

Op de koffie in een drijvend huis

In Sengkang worden we enthousiast ontvangen door Anton, de eigenaar van een guesthouse Amira, en krijgen een grote kamer op de bovenste verdieping met heel veel ruimte voor Noa om te spelen. De volgende ochtend neemt onze gids Aldo ons mee naar de rivier waar een kano met schipper wacht om ons rond het meer te varen.
Halverwege de ochtend meren we aan bij een drijvend huis waar we ontvangen worden voor koffie met pisang goreng (gebakken banaan), onze schipper vraagt aan mij of ik een Nederlandse ken die Erika heet. Hij is stomverbaasd dat ik haar niet ken, via onze gids komen we erachter dat hij Erika Terpstra bedoeld. Toen ze door Indonesië reisde met een tv ploeg was hij op het meer haar schipper. We vertellen hem dat we haar natuurlijk wel kennen en ze, voordat ze voor de tv werkte, een minister was. Hij is nog meer onder de indruk van haar dan hij daarvoor al was, kind, very kind woman zegt hij mompelend. Of ze ook een beroemde actrice is wil hij weten, nee, dat is ze niet, maar inderdaad een hartelijk vrouw en de tv aflevering hebben we gezien, wat betekend dat we dus onze schipper ook al eens gezien hebben. Wat een toeval!
Nadat we een regenbui afwachten terwijl we aan de achterkant van het huis in de wind uitwaaien gaan we terug over het meer, we zien onderweg tientallen vogelsoorten en de schipper stopt regelmatig om ons de kans te geven om een foto te maken. Het is heerlijk op het meer, zelfs Noa geniet met volle teugen omdat hij ontdekt heeft dat als je je hand in het water houd er je heel nat wordt van de waterspetters. De neef van Aldo komt ons de volgende dag ophalen om ons naar Pendolo te brengen, waarvandaan we weer een andere Kijang kunnen nemen naar Toraja.

Visserman Lake Danue, Sengkang

Visserman Lake Danue, Sengkang

Vogel Lake Danue, Sengkang

Vogel Lake Danue, Sengkang

Drijvend huis Lake Danue, Sengkang

Drijvend huis Lake Danue, Sengkang

Als we in Pendolo aankomen staat er al een Kijang klaar maar die heeft nog niet genoeg passagiers om weg te rijden, en wij hebben ontzettende honger dus lopen naar een restaurantje voor lunch. Ik heb de afgelopen dagen via een app allerlei Indonesische woorden geleerd als aanvulling op de woorden die we van vorige reizen al kende, en bestel in het Indonesisch onze lunch. Als onze maaltijd van verse sate met pindasaus, bouillon en rijst op is moet ik nog naar de wc, de eigenaresse van het restaurant wijst naar een gordijn.
Ik zoek naar de wc, maar zie alleen de ruimte waar afgewassen wordt en nog een gordijn, ja daar is het zegt ze. Als ik het gordijn opzij duw zie ik een grote ton met water en verder niks. Geen wc pot alleen maar een vieze vloer, het is de bedoeling dat je daar op de grond je behoefte doet en het wegspoelt met water uit de ton. Ik heb nog nooit zoiets mee gemaakt en tijdens onze reizen heel wat keren op een primitieve en/of vieze toilet moeten gaan, maar dan is er tenminste altijd een gat in de grond. Weer een avontuur zullen we maar zeggen.
Na de lunch blijkt dat we nog uren moeten wachten voordat de chauffeur genoeg passagiers heeft en wij zijn op het busstation het middelpunt van iedereens aandacht. Ze willen allemaal weten waar we vandaag komen en willen ook allemaal met Noa op de foto. Als we uiteindelijk weg rijden worden we door tientallen mensen en kinderen uitgezwaaid, dada (bye bye) roepen we naar iedereen. Op naar Toraja.

0

 likes / 0 Comments
Share this post:

comment this post


Click on form to scroll

Archief

> <
Jan Feb Mar Apr May Jun Jul Aug Sep Oct Nov Dec