19
aug-2016

Onze eerste ervaring in Zuid-Amerika: Peru

Peru.   /  

Omdat tickets vanuit Azië naar Zuid-Amerika niet alleen verschrikkelijk duur zijn maar qua route ook nog eens via Europa gaat reizen we richting onze eerste bestemming in Zuid-Amerika via Nederland. We hebben iets meer dan een week om vrienden en familie te zien en ons voor te bereiden op Peru. We logeren bij de ouders van Michiel wat zo ontzettend gezellig is. Onze vlucht naar Peru komt voor mijn gevoel veel te snel en is er ook geen om naar uit te kijken. Van Amsterdam naar Heathrow, van Heathrow naar New York, en van New York naar Lima. Gelukkig valt de vlucht erg mee, hebben we geen vertragingen en worden we opgehaald door Nancy, onze host in de Airbnb die we geboekt hebben. We hebben een grote kamer die uitkijkt op de zee, een eigen badkamer en kunnen gebruik maken van een woonkamer, keuken en wasmachine. Vanaf het eerste moment op het vliegveld is het wennen, niemand spreekt meer Engels en de gezichten lijken op Inca’s. Maar ook het weer is erg wennen, overdag is het mistig in Lima en niet warmer dan achttien graden terwijl het ’s nachts flink afkoelt. Onze warme Azië kleren duwen we diep in onze backpacks en pakken lange broeken, truien en jassen. We hebben veel gelezen over de onveiligheid van Peru en Lima, dus verblijven we in de rijke, mooie en veilige wijk Miraflores aan het strand. Door deze wijk rijden ook bussen naar zo’n beetje alle bezienswaardigheden. We bezoeken als eerste een pre-Inca tempel midden in Lima, het is gigantisch groot en de Engels sprekende gids verteld honderd uit over de verschillende volkeren die er geleefd hebben en begraven liggen inclusief kind offers. De volgende dag bezoeken we een eeuwenoud klooster met plafonds van prachtig houtsnijwerk en we worden zelfs rondgeleid in catacomben waar tienduizenden beenderen liggen. Helaas mogen we geen foto’s nemen in het prachtige klooster. Als we buiten komen op het plein voor de bijbehorende kerk zijn er traditionele dansen begonnen. Terwijl Michiel op de treden van de kerk uitrust gaan Noa en ik naar het dansen kijken. De vrouwen zijn prachtig gekleed in geborduurde rokken met kleurige hesjes, terwijl de mannen zwarte broeken dragen met witte blouses en daarop even mooi gekleurde hesjes. Het openbaar vervoer in Lima is verwarrend met ruim 200 verschillende lijnen, maar spotgoedkoop met 1,5 soles (nog geen 50 eurocent) per persoon per rit ongeacht hoe lang die duurt. De volgende dag pakken we dus weer de bus om naar een park met eeuwenoude tempels te gaan dat ook dient als speeltuin en dierentuin. We lopen heel wat kilometers om alles te zien en eindigen in de speeltuinen voor Noa. Als laatst willen we in Lima naar een groot natuurpark voor vogels. Het park is vrij onbekend en het kost ons twee dagen om uit te vinden hoe we er moeten komen, maar het lukt, met een speciale buspas en één keer overstappen lukt het en staan we voor de afslag naar het park. We zien al lopend grote zwarte vogels op de palmbomen zitten die eruit zien als gieren, en als we het moeraspark zijn binnen gelopen zien we de ene na de andere prachtige vogel. We lopen rond het moerasmeer en bekijken tien duizenden vogels vanuit een toren die uitkijkt op een nog groter meer. We zijn enorm verbaasd over de cultuur en natuur binnen zo’n grote stad met miljoenen inwoners.

Tempel Huaca, Lima

Tempel Huaca, Lima

Bird in Pantos de Ville, Lima

Bird in Pantos de Ville, Lima

De hop-on en hop-of bus

Om te wennen aan een heel nieuw continent, de Spaanse taal en waar we wel en niet veilig zijn, hebben we kaartjes gekocht voor een hop-on-hop-off bus. Een bus die toeristen op wel dertig verschillende routes door Peru ophaalt bij guesthouses of hostels en in volgende steden weer bij een gekozen plek afzet. We kunnen online opgeven op welke dag we weer doorreizen met de bus en waar we willen uitstappen. Op elke bus reist een gids mee die zowel vloeiend Spaans als Engels spreekt. Onze eerste gids heet Claudia, een Peruaanse dame die helemaal weg is van Noa en al gauw samen met hem hand in hand loopt tijdens de stops. Onze eerste bestemming met de bus is Paracas, een klein dorpje aan de kust een paar honderd kilometer onder Lima. Voor de kust ligt Islas Balletes, een beschermd natuurpark en eiland met honderdduizenden Peruviaanse boobies, pelikanen, meeuwen, pinguïns en één van de grootste populaties zeeleeuwen. Als we de volgende ochtend in de speedboot stappen naar het eiland is het steenkoud en bewolkt, de veiligheidsvesten zijn een welkome extra laag om ons warm te houden. We zien helaas maar een paar pinguïns maar wel honderd duizenden andere vogels en tientallen zeeleeuwen op het strand van het eiland. Wat een ervaring! Na Islas Ballestas rijden we met de hop-on bus naar het Paracas natuur reservaat met o.a. beschermde stranden voor vogels. We hebben ondanks het grauwe weer een prachtig uitzicht vanaf de woestijn heuvels. Onderweg naar de oase Huacacina stoppen we ook nog bij een prachtig landhuis dat ooit de plek was waar tientallen slaven werkte op de katoenplantage om het huis heen. Het huis is prachtig, maar de geschiedenis grimmig, de slaventunnels onder het huis zijn al onaangenaam, maar de rillingen lopen over onze rug als we het hok bezoeken waar de slaven gestraft werden en soms dagen vastgeketend aan de grond zaten. De ijzeren beugels zijn nog aanwezig, één van de medepassagiers van de bus probeert de houding aan te nemen waar de slaven in geforceerd werden en ondanks dat hij erg lenig is lukt het hem niet, erg griezelig.

_DSC2711

_DSC2725

_DSC2739

De drukte rond het Peruaanse dag van de vrijheid

In Nederland hadden we de grootste moeite om overnachtingen vooruit te boeken want op 28 juli vieren de Peruanen hun vrijheid. De prijzen schieten van een vijftien tot twintig euro per nacht naar soms wel 150 euro per nacht. We dachten iets gevonden te hebben in de oase, maar als we op het laatste moment naar de data kijken blijkt dat we een foutje hebben gemaakt en dus geen overnachting hebben. Op de hop-on bus kan je bedden op slaapzalen van hostels reserveren, en omdat we geen andere keus hebben bespreken we met de gids op de bus of ze Noa wel zouden accepteren. Terwijl we dat vragen hoort een ander stel ons praten en die bieden hun twee persoonskamer aan in een hostel in ruil voor de goedkope bedden op een slaapzaal van het feesthostel. Een win-win voor alle twee de stellen. De kamers is vijf keer boven ons budget, maar met Noa op een slaapzaal met 29 andere bedden zien we niet zitten dus tasten we maar diep in de buidel en bedanken we de twee vrienden en nemen hun aanbod aan. De kamer is piepklein, maar brandschoon en met eigen badkamer, en het hostel heeft een klein zwembad waar Noa meteen in wil. Het water is steen en steen koud, want ook hier zakt de temperatuur zo’n twintig graden ’s nachts, dus Noa is er ook meteen weer klaar mee. Overdag is het heerlijk, we worden omringd door prachtige zandduinen die door de toeristen de hele dag van vroeg tot aan de zonsondergang beklommen worden om te genieten van het uitzicht over het naast gelegen dorpje Ica, de zandduinen en de oase Huacachina. De oase heeft maar vijftig inwoners maar terwijl wij er zijn, zijn er continue duizenden toeristen in de oase die met zandbuggies over de duinen scheuren, met zandboards naar beneden glijden en zich te goed doen aan de overvloed aan snacks en lekker eten in het dorpje. We kijken onze ogen uit en spenderen de eerste avond op een terras om mensen te kijken. In Lima hebben we ons al verbaasd over de onverzorgde kleding stijl van de Peruanen; mannen lopen vaak in trainingspak met sportschoenen eronder, of in een broek met grote trui erop en de vrouwen een zo’n strak mogelijk broek waar alle vetrollen in te zien zijn. Maar nu op hun vrijheidsdag hebben de vrouwen zo min mogelijk aan, zulke korte broekjes dat hun billen eruit steken, strakke topjes die alleen hun borsten bedekken, of doorzichtige shirts en torenhoge hakken. De tweede dag weten we voor de helft van de prijs een kamer in een ander hostel met een groot zwembad en mooie tuin te bemachtigen voor de daarop volgende dagen. Om de hoge kamerprijzen te compenseren eten we regelmatig bij een Peruviaanse kiosk met hamburgers, empanada’s en een soort aardappelovenschotel met groente. De dames van de kiosk vinden het fantastisch als we keer op keer met Noa op het kleine terrasje tussen de Peruanen plaats nemen en vergeven ons meteen voor ons houterige Spaans. Ondanks dat het enorm toeristisch is in de oase genieten ook wij met volle teugen van de omliggende zandduinen; Noa vindt het fantastisch om met Michiel op een zandboard van de duinen af te glijden, Michiel een tocht in een lawaaierige zandbuggie en het uitzicht over de omgeving na een paar honderd meter hoge klim door zand is verbluffend mooi. Als we op de laatste dag naar het verderop gelegen dorp Ica het regionale museum bezoeken zijn we aangenaam verrast, de collectie van textiel, potten en zelfs mummies van het Paracas volk dat hier eeuwen geleden woonden is erg indrukwekkend.

Oase Huacachina

Oase Huacachina

Noa bovenop de zandduinen van Huacachina

Noa bovenop de zandduinen van Huacachina

Duizelingwekkend Nazca

Als we weer de bus op stappen naar Nazca begint ons het hoge tempo wel een beetje te duizelen, er is overal zoveel te doen en te zien en we willen niks missen. Op weg naar Nazca stoppen we in Pisco bij één van de beroemde Pisco wijngaarden. Pisco is een brandy gemaakt van druiven en ook het ingrediënt van de beroemde Pisco Sours, een cocktail met eiwit en limoenen toegevoegd aan de brandy. We mogen allerlei wijnen en Pisco proeven, de wijnen zijn mierzoet en naar mijn smaak niet te drinken dus kopen we niks. Vlak voor Nazca krijgen we de eerste blik op de gigantische Nazca tekeningen in de woestijn, vanaf de uitkijktoren is het alleen wel heel lastig te zien. Maar we hebben de volgende dag een vlucht geboekt voor ons drieën om de tekeningen in hun volledige glorie van bovenaf te zien. Lang geleden hebben Michiel en ik een keer een vlucht gemaakt in een piepklein vierpersoons vliegtuig (inclusief piloten) omdat een busroute plots was komen te vervallen in de Dominicaanse Republiek, en we alleen nog maar een privé vlucht konden regelen om onze vlucht naar Nederland nog te halen. Ik had nog nooit in zo’n klein vliegtuig gevlogen en had naderhand gezworen het ook nooit meer te doen, de uur durende vlucht was ë van de angstigste ervaringen die ik ooit van mijn leven heb gehad. Maar langs Nazca reizen zonder de mysterieuze en wereldberoemde tekeningen te zien deed mij me over mijn angst heen zetten, ofwel mijn kop in het zand steken over hoe klein het vliegtuigje zou zijn, tot het te laat zou zijn. Op het vliegveld zag ik het ene na het andere vliegtuig opstijgen en begon mijn maag te kriebelen, ook omdat we nog een uur moesten wachten tot de Amerikaanse en Peruaanse piloten ons kwamen ophalen. Toen we in het vliegtuig zaten bleek niet ik, maar Noa angstig te zijn over de vlucht. Nadat we hem kalmeerde zijn we toch opgestegen samen met een Vietnamese jongen en twee Belgen. De Amerikaanse piloot waarschuwt dat we veelal op 45 graden zullen vliegen om de tekeningen optimaal te kunnen zien en om te keren zodat zowel de linker als de rechter kant van het vliegtuig de kans zal hebben om de verschillende tekeningen te kunnen zien. Noa valt halverwege de vlucht van alle spanningen in slaap, terwijl ik de Vietnamese jongen door mijn koptelefoon heen opgewonden hoorde gillen over het prachtige uitzicht en de tekeningen. En dat waren het, de grote van de tekeningen waren verbluffend, hoe hebben ze al die honderden jaren geleden zulke prachtige tekeningen kunnen maken in de woestijn zonder met een vliegtuig te kunnen checken of alles er goed uitzag en klopte?

Nazca tekening van een aap

Nazca tekening van een aap

Nazca tekening van een colibri

Nazca tekening van een colibri

We verblijven in een hostel bij een Peruaans/Italiaans stel, de Peruaan overtuigd ons met hem een dag op stap te gaan om nog meer te leren over het Nazca volk. Roy neemt ons eerst mee naar een oude begraafplaats van de Nazcanen, archeologen hebben tientallen mummies ontdekt en de gebouwen waarin ze werden begraven prachtig ontdaan van het woestijn zand om zo de potten, offers van voedsel en gemummificeerde kinderen, en de volwassen mummies zelf bloot te leggen. Het is niet alleen indrukwekkend maar ook erg griezelig om zo dicht naast zoveel mummies te staan op soms nog geen halve meter afstand en alleen een touw ertussen als afscheiding. We gaan er vanzelf van fluisteren, je voelt je op een of andere manier een pottenkijker, je bekijkt iets dat nooit opgegraven had mogen worden. Drie kwartier verder rijden door de woestijn brengt ons bij een gigantisch tempel complex genaamd Cahuachi. Roy verteld dat er tijdens opgravingen bewijs is gevonden dat er een sjamaan heerste over de vallei die de toekomst kon zien en de enige was die de gigantische dolhoven rond de tempels op zijn duimpje kende. Het gewone volk zou de drie dolhof lagen moeten doorlopen om in rang omhoog te gaan, maar dit werd zelden of nooit gehaald. De drie tempels dat het complex opmaakte hadden allemaal een verschillende kleur, geel, roze en aardekleur. Terwijl we er rondlopen wijst Roy naar een man die zo uit een Indiana Jones film zou kunnen zijn gelopen, Giuseppe Orefici, een dikke Italiaan met een grijs ringbaardje, een zandkleurige hoed en broek en bovenop zijn shirt een vissenhesje aan. Hij is diegene die al tientallen jaren het complex bestudeerd en het geld ingezameld heeft om het gedeeltelijk uit te graven en te restaureren. Ons hoofd dolt van alles wat de Nazcanen hier hebben achtergelaten, maar Roy is nog niet klaar, hij brengt ons naar huis voor de lunch, en ’s middags als het licht zachter is geworden en de temperatuur gedaald is naar 20 graden, gaan we weer op pad. Naar aquaducten in de vorm van spiralen, Nazca tekeningen die overzichtelijk vanaf een berg te zien zijn, we leren in het Spaans hoe generatie op generatie het pottenbakken is overgedragen in een pottenbakkerij en als afsluiter rijden we langs een Inca gebouw waar vroeger geadministreerd werd wat er verhandeld werd tussen het Inca volk en de andere volken. Aan het eind van de middag nemen we uitgebreid afscheid van Roy en zijn vriend en worden we door de buurman naar busstation gebracht. Wat een dagen!

Zie de nieuwe fotoalbums Peru en Peru II voor meer foto’s.

0

 likes / One comment
Share this post:
  1. Jeannette en jorgen /

    Veel Indrukken inderdaad in zo’n korte periode! En weer goed beschreven. De foto van de kolibri tekening is erg mooi.

comment this post


Click on form to scroll

Archief

> <
Jan Feb Mar Apr May Jun Jul Aug Sep Oct Nov Dec